15 oktober, 2013
Reisdagboek Curacao
Ik reisde af naar tropisch Curacao.
Mijn reisje naar de Cariben is je vast en zeker niet ontgaan op Facebook en Instagram. Lees hier verder voor het volledige (tropische!) report van dag 1 op Curacao: bezoek aan o.a Willemstad.
Het mooie van persreizen is dat ik op plekken beland waar ik in eerste instantie niet meteen aan zou denken. Casablanca in Marokko bijvoorbeeld of Glasgow in Schotland, Helsinki in Finland en Počátky in Tsjechië. En zo dus ook Curacao. Waarom weet ik eerlijk gezegd niet. Ik ben meer van Azië als het op een tropische trip aan komt en mijn reis naar de Malediven vorig jaar heeft natuurlijk de lat flink hoog gelegd wat betreft bountystranden. Toch was ik benieuwd naar de voormalige Nederlandse kolonie in de Cariben. Mijn zomergarderobe pakte ik weer in (ik kwam net terug van Ibiza) en samen met drie andere journalisten van Grazia, Talkies en Tessted en pr lady Anne-Marie van Aviareps stapte ik het vliegtuig in waar we in tien uur tijd naar de andere kant van de wereld vlogen en in een tropische verrassing belandden.
Nederland met een tropisch tintje
Mijn eerste indruk? Geweldig! Vooral het feit dat alles Nederlands is: iedereen spreekt de taal, je hebt er gewoon de Albert Heijn, een frikadel en een patatje oorlog zijn hier de normaalste zaak van de wereld en er is ook een Bruna en een Jamin (niet geheel onbelangrijk). En dat allemaal zonder die gure herfstwind, die verschrikkelijke regenbuien en ook nog eens zonder dat typische Hollandse geklaag (waar ik stiekem ook gewoon aan meedoe..). Ja, ik kan best wennen aan Curacao, maar dan moet ik wel leren om tien stappen terug te doen. Iedereen is hier zo laid back dat ik als ongeduldige Hollander een aantal keren op mijn tanden heb moeten bijten (lees: een kwartier op een kopje koffie wachten bij de Starbucks terwijl er vijf medewerkers achter de balie gezellig met elkaar aan het kletsen zijn. Maar wat maakte ik me nou druk? Ik zat voor mijn werk op een tropisch eiland!!). Tel daar de idyllische strandjes (Curacao heeft er 35), de heerlijke cocktails (op dag drie kreeg ik een cocktailworkshop), de zeer aangename temperatuur (in de ‘koude’ maanden is het nog steeds 25 graden), de relaxte sfeer, de gezellige hoofdstad Willemstad met de vele winkeltjes, café’s en restaurants, het onbewoonde Klein Curacao en het warme welkom van de inwoners (“Bon Bini, dushi!”) bij op en ik heb reden genoeg om ooit weer terug te gaan naar Curacao. Mijn omgekeerde jetlag (op Curacao is het zes uur vroeger dan in Nederland) beviel me goed: ‘s ochtends was ik om zeven uur al klaarwakker en ‘s avonds viel ik als een blok in slaap. Dat is in Amsterdam wel anders..
Curacao in het kort
Curacao vormt samen met Aruba en Bonaire de zogenaamde ABC-eilanden. Curacao is het grootste van de drie eilanden met ongeveer 150.000 inwoners. De hoofdstad is Willemstad – bekend van de gekleurde huisjes – die weer verdeeld is in verschillende wijken. Punda (vertaald: De Punt) is het oudste gedeelte van de stad en vind je in het oosten. Hier vind je veel winkeltjes, eettentjes en terrassen. Het oosten en westen van Willemstad is gescheiden door water. Door beide delen te verbinden, is er een houten pontonbrug. De wijk aan de overzijde van het water heet Otrobanda, dat letterlijk vertaald ‘de andere kant’ betekent. Een prangende vraag van mijn kant was waarom de huizen op Curacao allemaal zo vrolijk zijn. Wat blijkt? In 1817 beval de Nederlandse gouverneur Albert Kikkert de inwoners van het eiland dat alle huizen pastelkleurig moesten worden, omdat hij hoofdpijn kreeg van de zon die weerkaatste op de spierwitte huizen. Later bleek dat hij de eigenaar was van de enige verffabriek van het eiland. Slim!
Hotel ‘t Klooster
In voor een overnachting met de zegen van boven? Dan moet je zeker inchecken in dit hotel gelegen in een voormalig klooster. Alle kamers komen uit in een tropische binnentuin met loungegedeelte en een zwembad. Om de hoek zit Pietermaai, het bruisende gedeelte van de wijk Punda waar ik binnenkort enkele hotspots van uitlicht: denk maar aan het chique Saint Tropez direct aan zee voor een borrel en een fabulous diner, het gezellig jazzcafé Miles en Ginger, een gezellige plek voor een cocktail. Het restaurant van Hotel ‘t Klooster – café Augustinus, vernoemd naar de voormalige boekhandel die hier zat – is zeker de moeite waard voor een romantisch etentje. In de voormalige kapel is het heerlijk vertoeven. In voor karaoke? Elke vrijdag kun je je aanmelden, waar de allerbeste zanger ervandoor gaat met 100 dollar. Hilarisch. Goed om te weten: elke ochtend om half 8 kun je wakker worden van een schoolbel. Naast het hotel zit namelijk een basisschool. Scheelt wel weer de wekker zetten. Meer weten over het hotel, check dan de website van Hotel ‘t Klooster.
Dag 1
Op dag 1 stond een historische tour door Willemstad op de planning waar we in een paar uur tijd een aantal highlights bezochten zoals het onderkomen van de gouverneur , de bekende Handelskade met de vele terrassen, de drijvende vismarkt, de Old Market en de houten pontonbrug ofwel Koningin Emmabrug. Erna gingen we lunchen bij La Bahia in Otrobanda waar ik tijdens het nuttigen van een goddelijk broodje huisgemaakte tonijnsalade een panoramisch uitzicht op de Handelskade. Later op de dag belandde ik op een ‘infinity beach’ op de tweede verdieping van een hotel. Ja hoor, dag één smaakte zeker naar meer.
Benieuwd naar de foto’s? Scroll naar beneden voor het volledige verslag. Houd Interior Junkie de komende weken in de gaten voor dag 2, dag 3, dag 4 en dag 5. Volgende keer: boottocht naar Klein Curacao. Hallo bountyeiland!
Volg mijn interieurspinsels ook op Twitter Facebook Pinterest Instagram
© Elisah Jacobs