19 juli, 2016
Binnenkijken in een huis vol met afval
De eerste aanblik verraadt het niet, maar werkelijk waar alles in dit huis is gemaakt van ‘afval’. Dat geloof je toch niet? Spullen die eigenlijk weggegooid zouden worden, hebben in dit huis een tweede, derde of zelfs vierde leven gekregen. Afval was nog nooit zo wonderschoon. All you need is less!
De keukenkastjes zijn gemaakt van oude reclameborden, de tegels op de keukenvloer zijn een fabrieksrestant, de kleurrijke Vitra designstoelen zijn misproducties en de metershoge tuindeuren werden uit een container gevist. Enkel en alleen de kachel is nieuw (echt!) De afgedankte, overgebleven of beschadigde producten zijn niet alleen hergebruikt in dit huis, maar de meesten hebben ook een hele andere functie gekregen als daarvoor. Eentje die het product eigenlijk veel beter past en vaak nog mooier is. Denk dus twee keer na de volgende keer dat je iets weg wilt gooien; met een beetje creativiteit kan een oude wasmachinedeur nog jaren meegaan als een glazen fruit- of ovenschaal. Hoe tof is dat? Laat je inspireren door deze binnenkijker die Interior Junkie’s Roza fotografeerde.
Dit huis is van architect Césare Peeren en staat in Rotterdam. Hij is een van de oprichters van het architectenbureau Superuse Studios, wat gespecialiseerd is in duurzaam design en bekend staat om het hergebruik van afval in hun ontwerpen. Niet alleen in Nederland trouwens; hun projecten krijgen ook volop aandacht van de internationale pers.
Césare woont samen met z’n Australische vriendin Mel en zijn twee kinderen. Leuk feitje: medeoprichter van Superuse Studios Jan Jongert woont in het huis naast hem. Werk en privé zijn dus nauwelijks gescheiden. Niet eens door een schutting; de tuinen lopen in elkaar over zodat hun kinderen vrij rond kunnen rennen. Ook heeft Cèsare een heuse werkplaats in zijn keuken (!) en werkt hij veel thuis. Maar wat wil je ook met zo’n huis.
Werkwijze
Waarom die fascinatie voor afval en afgedankte producten? Césare: “Alles is er in feite al, je moet het alleen zien. We hoeven niet nog meer grondstoffen op te graven om nieuwe dingen te maken. We hebben al zoveel, laten we daar mee verder gaan.” Zijn startpunt is daarom meestal niet de oorspronkelijke functie van een product, maar eerder het materiaal. Hoe ziet het eruit, wat zijn de eigenschappen en wat is zinvol om er mee te doen? Van daaruit werkt hij verder.
Haal de natuur in je huis
Daarbij zoekt Césare het liefst ook naar manieren om de natuur binnen te laten in zijn ontwerpen. “We zijn onderdeel van de natuur. Onze manier van functioneren, de manier waarop we architectuur maken en met de natuur omgaan zouden we hier eigenlijk op af moeten stemmen. In plaats van ons tegen de natuurlijk te verzetten, is het veel gunstiger om met de natuur samen te werken.” Dat vertaalt zich onder meer in de immens grote openslaande deuren in zijn huis, het opvangen van regenwater om de wc mee door te spoelen en het letterlijk binnenhalen van een plant. En dan niet een kamerplant met een pot eromheen zoals de meesten van ons dat zouden doen, nee, hij graaft gewoon een gat in de keukenvloer om de natuur zijn gang te laten gaan.
Verzameling
Naast zijn continue zoektocht naar restmaterialen verzamelt Césare ook specifiek schedels en botten Niet zozeer omdat hij een interesse voor dieren heeft, maar meer vanwege zijn fascinatie voor het materiaal. “Een bot heeft eigenlijk hele slimme designeigenschappen: het is licht maar toch super sterk. In architectuur wordt vaak heel simpel gedacht: ‘we hebben een muur nodig, laten we er een maken van massief beton.’ Terwijl fijn en delicaat materiaal als een bot ook heel sterk kan zijn. En het is er al. Je hoeft niet per se iets nieuws te maken als er al geschikte materialen voor handen zijn.”
Duurzaamheid
Het streven om verstandig met grondstoffen en het milieu om te gaan vloeit door in Césare’s hele levensstijl. Hij draagt louter tweedehands kleding, eet voedsel wat weggegooid wordt door supermarkten, verplaatst zich veelal per fiets en reist weinig met het vliegtuig. Z’n vriendin Mel waarmee hij veel samenwerkt vertelt hoe ze worstelen met het idee van een duurzaamheidsconferentie: “Iedereen vliegt erheen en drinkt uit plastic wegwerpbekertjes. Maar we hebben er wel gezeten om over duurzaamheid te praten. Dat is toch crazy?” Ze reizen wel, maar bewust, minder en langzamer. “We vragen ons eerst af: is het echt de moeite waard, valt het te combineren met andere dingen en kunnen we misschien langer blijven om vanuit daar te werken?”
Advies van het architectenkoppel
Ze willen ons ook een advies meegeven: “Als je iets nodig hebt, weersta dan de verleiding om het meteen te kopen.” Want vervolgen Cèsare en Mel; “Alles is er dus al en ‘nescesity is the mother of invention’. Als je de drang van onmiddellijke bevrediging van een behoefte even weet uit te stellen, bedenk je misschien zelf wel een andere oplossing of komt er (letterlijk) iets op je pad wat je kan gebruiken. Alles ligt op straat. Of je komt erachter dat je het eigenlijk helemaal niet nodig hebt. Als je lang genoeg wacht haha.”
Tekst: Rosadinde Doornenbal
Foto’s: Roza Schous
Roza studeert fotografie aan de Willem de Kooning Akademie in Rotterdam en verzamelt dingen. Haar grootste hobby is dan ook het afstruinen van kringloop winkels en rommelmarkten om zo unieke dingen te vinden voor in haar huis. Ze woont sinds kort in Rotterdam en is de stad dus nog volop aan het ontdekken, de leukste hotspots zal ze natuurlijk delen op Interior Junkie. Volg haar ook op haar Facebook account.